Reglement van de optocht in 't Kêlerijk

Voorschriften ten behoeve van optochten

Afmetingen voertuigen buiten het parcours van de optocht: voertuigen welke deelnemen aan de optocht dienen buiten het parcours te voldoen aan het gestelde in het voertuigreglement. Een en ander houdt in dat de wagens niet langer mogen zijn dan 12 meter, niet breder dan 2,60 meter en niet hoger dan 4 meter. De toegestane afmetingen kunnen soms afwijken, bijvoorbeeld in verband met het aantal assen. De Gemeente Maashorst kan en mag geen ontheffing verlenen voor de afmetingen buiten de route. Dat betekent dat de afmetingen van de wagens volledig ter verantwoordelijkheid komen voor de eigenaren/bouwers.

Alcohol en consumpties

Binnen de Gemeente Maashorst is het niet toegestaan om alcohol te nuttigen op straat. Dit betekent dat zowel deelnemers aan de optocht als personen met ludieke acties op de openbare weg geen alcohol mogen nuttigen. Tevens betekent dit dat de Carnavalsvereniging geen zogenaamde "zuipwagens" toestaat in de optocht. Verder wordt er géén glaswerk toegestaan en dienen consumpties genuttigd te worden uit blikjes, plastic flessen of plastic bekertjes.

Bestuurder

De bestuurder dient te voldoen aan de wettelijke eisen om het voertuig te mogen besturen. Deelnemende motorvoertuigen dienen ten minste verzekerd te zijn in de vorm van Wettelijke Aansprakelijkheid Motorvoertuigen. De bestuurder mag geen alcoholische drank nuttigen (spreekt voor zich, is wettelijk geregeld!).

Uitvoering / opbouw voertuigen

Geen (draaiende) onderdelen boven het publiek.

Ronddraaiende elementen en aandrijvingen dienen op deugdelijke en veilige wijze te zijn afgeschermd.

De hoogte moet in verhouding zijn tot de breedte in verband met kantelgevaar.

De wagens moeten zodanig geconstrueerd zijn dat er geen sprake kan zijn van verlies van materiaal.

Tijdens het trekken van de optocht dienen twee personen aangewezen te worden ter beveiliging van de ruimte tussen trekkend voertuig (of andere trekkende constructie) en de aanhanger. Tevens moet tussen voor- en achterwielen een zodanige constructie zijn aangebracht dat het onmogelijk is dat er personen onder het voertuig komen.

De wielen van de wagen moeten degelijk afgeschermd zijn. De hoogte tussen de weg en de afdekmiddelen mag maximaal 20 cm zijn, afhankelijk van de afstand van de wielen onder de wagen.

De uitlaat van aggregaat en de uitlaat van het trekkend voertuig dient vrij te blijven van stoffering en versiering, hete onderdelen dienen afgeschermd te worden met materiaal dat niet brandbaar is (b.v. gipsplaat).

Gebruik van (open) vuur(werk) is niet toegestaan.

Bij wagens welke personen vervoeren moet een deugdelijke railing ter beveiliging aangebracht zijn.

Indien het voertuig mechanisch wordt aangedreven door middel van elektra dient het mechanisme te worden uitgevoerd met een dodemansknop.

Geluidsinstallatie

Gebruik van geluidsapparatuur is uitsluitend toegestaan gedurende de deelname aan de optocht, alsmede 90 minuten voor aanvang en 90 minuten na afloop van de optocht.

Bij gebruik van een geluidsinstallatie dient het geluidsvolume dusdanig te worden geregeld dat dit geen schade aan het gehoor kan veroorzaken. Het geluidsniveau mag maximaal 85 dB bedragen.

Explosiesimulators en confettikanonnen mogen niet meer dan 85 dB geluid produceren.

Het is verboden alarmpistolen, vuurwerk of losse flodders te gebruiken.

Gasflessen

Het gebruik van gasflessen is NIET TOEGESTAAN!!!

Aggregaten

Het aggregaat moet voorzien zijn van een deugdelijke isolatiebewaking.

Het aggregaat dient vrij opgesteld te zijn in een goed geventileerde ruimte (deugdelijk belucht en ontlucht) zodat rook en warmte goed weg kunnen en deze dient afgeschermd te worden met een ontbrandbaar materiaal (gips).

Er mag maximaal 10 liter brandbare vloeistof als voorraad worden meegevoerd. Deze moet geborgen zijn in deugdelijke, speciaal daartoe bestemde, houder en worden opgeslagen in een goed geventileerde omgeving.

De voorraad brandbare vloeistof mag niet in de omgeving van het aggregaat worden opgeslagen.

Het bijvullen van aggregaten tijdens deelname aan de optocht is in geen geval toegestaan. Eventueel vullen dient voor aanvang van de optocht te geschieden.

Kabels en snoeren moeten deugdelijk zijn (onbeschadigd) en correct aangesloten met een deugdelijke stekker. Het geheel dient bovendien goed afgezekerd te zijn.

Alle kabels en snoeren dienen deugdelijk te zijn bevestigd met bandjes/tie-wraps zodat voorkomen wordt dat elektrakabels als struikeldraad gaan fungeren, gaan hangen of los over de grond slepen en daardoor beschadigd raken.

Brandblusmiddelen

Op elke wagen moet ten minste 1 goedgekeurd blusmiddel met een minimale inhoud van 6 kg (ABC) aanwezig zijn.

Indien er gebruik gemaakt wordt van een aggregaat of van gasflessen dient per aggregaat een blusmiddel aanwezig te zijn met een minimale inhoud van 6 kg (ABC).

De brandblusmiddelen moeten zichtbaar zijn en onbelemmerd toegankelijk. Montage op de trekstang heeft voorkeur.

Rondstrooien van goederen

Het is niet toegestaan om goederen vanaf Carnavalswagens naar beneden te gooien. Dit in verband met het gevaar dat mensen onder Carnavalswagens terechtkomen.

Er mag voor, tijdens en na de optocht geen stro of ander onveilig en/of brandbevorderend materiaal of onnodig vervuilend materiaal worden verspreid.

Glas mag niet worden gebruikt. Gebruik een alternatief, bijv. plastic. Het opzettelijk breken van glas en het verspreiden daarvan op de openbare weg, zal niet worden toegelaten.

Kleding

Het is niet toegestaan kleding te dragen die licht ontvlambaar is, noch is het toegestaan dat er stoffen en materialen worden gebruikt om de wagens te bekleden die even zozeer licht ontvlambaar zijn (o.a. tule, stro, hooi,watten enz.).

Optochtpolitie

Tijdens de optocht zal de optochtpolitie zorgen dat alles in goede banen wordt geleid. Aanwijzigen van de optochtpolitie dienen door eenieder strikt opgevolgd te worden.